zoent af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zoent af    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzunt ˈɑf/
Woordafbreking
  • zoent af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afzoenen

zoent (…) af

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzoenen
    • Jij zoent af. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzoenen
    • Hij zoent af. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van afzoenen
    • Zoent af! 

Gangbaarheid

  • Het woord zoent af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.