zodenbank

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zo·den·bank
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zodenbank zodenbanken
verkleinwoord zodenbankje zodenbankjes

Zelfstandig naamwoord

zodenbank v/m

  1. een van wilgentenen en of hout geconstrueerde zitplaats met zoden of kruiden in de openlucht
    • De geliefden vlijden zich neer op de zodenbank onder de eikenboom. 

Gangbaarheid

  • Het woord zodenbank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.