zloty

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zlo·ty
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Pools, in de betekenis van ‘munteenheid van Polen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1832 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord zloty zloty's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

zloty v/m

  1. de munteenheid van Polen

Gangbaarheid

  • Het woord zloty staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
55 %van de Nederlanders;
50 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.