zinnebeeldig
Nederlands
Woordafbreking
- zin·ne·beel·dig
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van zinnebeeld met het achtervoegsel -ig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zinnebeeldig | zinnebeeldiger | zinnebeeldigst |
verbogen | zinnebeeldige | zinnebeeldigere | zinnebeeldigste |
partitief | zinnebeeldigs | zinnebeeldigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zinnebeeldig [1]
- met name van een betekenis van taalgebruik: dat er een beeld wordt gebruikt dat verhelderend kan zijn maar niet letterlijk genomen moet worden
- We zitten aan het water van de Gouwzee, op het terras van Huis aan het Water, een centrum voor leven met kanker. Het water weerkaatst het zonlicht, je kunt ver kijken – de natuur kan soms heel zinnebeeldig zijn.[2]
Synoniemen
- symbolisch, emblematisch, figuurlijk, verbloemd, oneigenlijk, overdrachtelijk, metaforisch
Gangbaarheid
- Het woord zinnebeeldig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zinnebeeldig' herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Marjoleine de Vos 19 september 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.