zijp

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zijp
enkelvoud meervoud
naamwoord zijp zijpen
verkleinwoord zijpje zijpjes

Zelfstandig naamwoord

zijp v/m

  1. plaats waar water sijpelt, bron, kwel, goot, wetering
    • Verschillende plaatsen zijn naar een zijp genoemd. 
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
zijpen

zijp

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zijpen
    • Ik zijp. 
  2. gebiedende wijs van zijpen
    • Zijp! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zijpen
    • Zijp je? 

Gangbaarheid

  • Het woord zijp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.