ziftsel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zift·sel
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van ziften met het achtervoegsel -sel
enkelvoud meervoud
naamwoord ziftsel ziftsels
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

ziftsel o

  1. datgene dat bij het zeven door de zeef valt
    • Het percentage ziftsel moet omlaag. Teveel ziftsel verpest de markt, grotere mark[t]waardige garnalen leveren immers meer op. 

Gangbaarheid

  • Het woord ziftsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
24 %van de Nederlanders;
58 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.