zeulen
Nederlands
Woordafbreking
- zeu·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘voortslepen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1667 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zeulen |
zeulde |
gezeuld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
zeulen
- inergatief ~ met: met inzet van grote inspanning iets dragend rondlopen
- Hij zeulde de hele dag met een zware zak schoenen.
- overgankelijk iets met grote inspanning verplaatsen
- Ze zeulden de koffers de trap op.
Vertalingen
2. iets met grote inspanning verplaatsen
Gangbaarheid
- Het woord zeulen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zeulen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.