zetten vol
Nederlands
Woordafbreking
- zet·ten vol
Woordherkomst en -opbouw
- uit zetten (werkwoord) en vol (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
volzetten |
zetten (…) vol
- meervoud tegenwoordige tijd van volzetten
vervoeging van |
---|
volzetten |
zetten (…) vol
- meervoud verleden tijd van volzetten
- Wij zetten vol.
- Jullie zetten vol.
- Zij zetten vol.
- Wij zetten vol.
Gangbaarheid
- Het woord 'zetten vol' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.