zenuwachtig
Nederlands
Woordafbreking
- ze·nuw·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘nerveus’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1839 [1]
- Afgeleid van zenuw met het achtervoegsel -achtig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zenuwachtig | zenuwachtiger | zenuwachtigst |
verbogen | zenuwachtige | zenuwachtigere | zenuwachtigste |
partitief | zenuwachtigs | zenuwachtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zenuwachtig
- lijdend onder een gevoelig, snel geraakt zenuwstelsel
- De zenuwachtige student wacht zijn examenresultaten af.
Vertalingen
1. lijdend onder een gevoelig, snel geraakt zenuwstelsel
Gangbaarheid
- Het woord zenuwachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zenuwachtig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.