zendtijd
Nederlands
Woordafbreking
- zend·tijd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zend ww en tijd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zendtijd | zendtijden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
zendtijd m
- de tijdsduur van een uitzending van een radio- of televisieprogramma
- Publieke omroepen krijgen een bepaalde hoeveelheid zendtijd toebedeeld op basis van het aantal leden van de desbetreffende omroep.
Hyponiemen
- reclamezendtijd
Gangbaarheid
- Het woord zendtijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zendtijd' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.