zemelachtig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·mel·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zenuwachtig, zeurig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1905 [1]
  • Naamwoord van handeling van zemelen met het achtervoegsel -achtig [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen zemelachtigzemelachtigerzemelachtigst
verbogen zemelachtigezemelachtigerezemelachtigste
partitief zemelachtigszemelachtigers-

Bijvoeglijk naamwoord

zemelachtig

  1. geneigd zijn tot zemelen
    • Mannen houden meestal niet zo van zemelachtige vrouwen. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord zemelachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.