zeemleren
Nederlands
Woordafbreking
- zeem·le·ren
Bijvoeglijk naamwoord
zeemleren
- van zeemleer vervaardigd
- Ook de kop heb ik heel voorzichtig met een klein staafje met een zeemleren lapje proberen te reinigen.
Gangbaarheid
- Het woord zeemleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zeemleren' herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.