zaïre
Nederlands
Woordafbreking
- za·i·re
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘munteenheid van voormalig Zaïre (nu Democratisch Kongo)’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1971[1]
- Ontleend aan het Franse zaïre.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zaïre | zaïres |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
zaïre m
- (geschiedenis) (numismatiek) de munteenheid van de Republiek Zaïre (het huidige Congo-Kinshasa) van 1967 tot 1993, toen hij vervangen werd door de nieuwe zaïre
Frans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /za.ˈiʁ/
Woordafbreking
- za·i·re
Woordherkomst en -opbouw
- Genoemd naar het land (en de rivier) Zaïre.
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
zaïre | le zaïre | zaïres | les zaïres |
Verwante begrippen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.