zaten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zaten    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈza.tə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈza.tə(n)/
Woordafbreking
  • za·ten

Werkwoord

vervoeging van
zitten

zaten

  1. meervoud verleden tijd van zitten
    • Wij zaten. 
    • Jullie zaten. 
    • Zij zaten. 

Zelfstandig naamwoord

zaten mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zaat
  2. meervoud van het zelfstandig naamwoord zate


Turks

Bijwoord

zaten

  1. trouwens
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.