zal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zal    (hulp, bestand)
  • IPA: /zɑl/
Woordafbreking
  • zal

Werkwoord

vervoeging van
zullen

zal

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zullen
    • Ik zal. 
  2. gebiedende wijs van zullen
    • Zal! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zullen
    • Zal je? 

Gangbaarheid

  • Het woord zal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Etruskisch

Hoofdtelwoord

zal

  1. twee
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.