zal
Nederlands
Woordafbreking
- zal
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zullen |
zal
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zullen
- Ik zal.
- gebiedende wijs van zullen
- Zal!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zullen
- Zal je?
Gangbaarheid
- Het woord zal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zal' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.