zaksel
Nederlands
Woordafbreking
- zak·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zaksel | zaksels |
verkleinwoord | zakseltje | zakseltjes |
Zelfstandig naamwoord
zaksel o
- datgene wat bezinkt uit een staande suspensie
- We verwijderden eerst het zaksel.
Gangbaarheid
- Het woord zaksel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zaksel' herkend door:
40 % | van de Nederlanders; |
49 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.