zadelrug

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zadelrug    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzadəlrɵx/
Woordafbreking
  • za·del·rug
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zadelrug zadelruggen
verkleinwoord zadelrugje zadelrugjes

Zelfstandig naamwoord

zadelrug m

  1. een holle rug in de vorm van een zadel
    • En zette zich, na allerlaatste meerdere steile bestijging, ten langen leste, terwijl de zon onderging, op den Westelijken top van des bergs zadelrug.[1] 

Gangbaarheid

  • Het woord 'zadelrug' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. De bittere wijsgeer. Japansche legende van wijsheid.
    Uit: "Het snoer der ontferming en Japansche legenden"
    Louis Couperus. 1924
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.