zadelrug
Nederlands
Woordafbreking
- za·del·rug
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zadel en rug
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zadelrug | zadelruggen |
verkleinwoord | zadelrugje | zadelrugjes |
Zelfstandig naamwoord
zadelrug m
- een holle rug in de vorm van een zadel
- En zette zich, na allerlaatste meerdere steile bestijging, ten langen leste, terwijl de zon onderging, op den Westelijken top van des bergs zadelrug.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'zadelrug' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zadelrug' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- De bittere wijsgeer.
Japansche legende van wijsheid.
Uit: "Het snoer der ontferming en Japansche legenden"
Louis Couperus. 1924
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.