zaakje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zaak·je
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord zaakje zaakjes

Zelfstandig naamwoord

zaakje o dim. tant.

  1. de mannelijke geslachtsdelen
    • Pas op met die machine, straks verlies je je zaakje nog! 

Zelfstandig naamwoord

zaakje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zaak

Gangbaarheid

  • Het woord zaakje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.