wortelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wor·te·len
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van wortel met het achtervoegsel -en

Zelfstandig naamwoord

wortelen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wortel
Verwante begrippen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wortelen
wortelde
geworteld
zwak -d volledig

Werkwoord

wortelen

  1. ergatief wortel schieten
    • Nieuwe natuur is gworteld in de streek.[1] 
  1. absoluut verankerd zijn, ingeburgerd zijn, zijn oorsprong vinden
    • Die gedachte wortelt nog in het oude heidendom van weleer. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord wortelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.