woonden in

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  woonden in    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwondə(n) ˈɪn/
Woordafbreking
  • woon·den in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inwonen

woonden (…) in

  1. meervoud verleden tijd van inwonen
    • Wij woonden in. 
    • Jullie woonden in. 
    • Zij woonden in. 

Gangbaarheid

  • Het woord woonden in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.