wispelturig
Nederlands
Woordafbreking
- wis·pel·tu·rig
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘grillig’ voor het eerst aangetroffen in 1556 [1]
- Samenstellende afleiding van wispelen en tuur met het achtervoegsel -ig [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | wispelturig | wispelturiger | wispelturigst |
verbogen | wispelturige | wispelturigere | wispelturigste |
partitief | wispelturigs | wispelturigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
wispelturig
- veranderlijk in gedrag en gedachten
- De moderne consument is wispelturig en niet langer merktrouw.
Synoniemen
- veranderlijk, onstandvastig, grillig, onberekenbaar, capricieus
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord wispelturig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wispelturig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.