winning

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • win·ning
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van winnen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord winning winningen
verkleinwoord winninkje winninkjes

Zelfstandig naamwoord

winning v [1]

  1. het winnen (van delfstoffen) of de vervaardiging
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord winning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Werkwoord

winning

  1. onvoltooid deelwoord van win

Zelfstandig naamwoord

winning

  1. gerundium van win
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.