wijting

Nederlands

Uitspraak
wijting
Woordafbreking
  • wij·ting
enkelvoud meervoud
naamwoord wijting wijtingen
verkleinwoord wijtinkje wijtinkjes

Zelfstandig naamwoord

wijting m [1] [2] [3]

  1. een straalvinnige vis Merlangius merlangus uit de familie van schelvissen (Gadidae), orde schelvisachtigen (Gadiformes), die voorkomt in het noordoosten van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee [4]
  2. fijn geslempt krijt [5]
Hyponiemen
  • vlaswijting
Vertalingen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘beenvis’ voor het eerst aangetroffen in 1286 [6]
  • Naamwoord van handeling van wijten met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord wijting wijtingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

wijting m [7]

  1. het wijten

Gangbaarheid

  • Het woord wijting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.