wetend
Nederlands
Woordafbreking
- we·tend
Deelwoord
bevestigend deelwoord | ontkennend deelwoord | |
---|---|---|
onverbogen | wetend | onwetend |
verbogen | wetende | onwetende |
vervoeging van | ||
weten |
wetend onvoltooid deelwoord van weten
- bijwoordelijk gebruikt terwijl men weet, met bepaalde kennis
- Toen nog niet wetende dat ze zwanger was, stak ze een sigaret op.
- Hij deed het even rustig aan, wetend dat het ergste nog moest komen.
- De kansen zijn klein. Dat wetende, ga ik het toch proberen.
Gangbaarheid
- Het woord wetend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.