westelijken
Nederlands
Woordafbreking
- wes·te·lij·ken
Werkwoord
westelijken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
westelijken |
westelijkte |
gewestelijkt |
onvolledig |
- gaan waaien vanuit de richting waar de zon ondergaat, naar het westen draaien (van wind)
- De wind begint te westelijken. [2]
Gangbaarheid
- Het woord westelijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Lennep, J. van Zeemans-woordenboek. (1856) Gebroeders Binger, Amsterdam; p. 262; geraadpleegd 2019-02-08
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.