werkte uit
Nederlands
Woordafbreking
- werk·te uit
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitwerken |
werkte uit
- enkelvoud verleden tijd van uitwerken
- Ik werkte uit.
- Jij werkte uit.
- Hij, zij, het werkte uit.
- Ik werkte uit.
Gangbaarheid
- Het woord werkte uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.