werkbaar
Nederlands
Woordafbreking
- werk·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | werkbaar | werkbaarder | werkbaarst |
verbogen | werkbare | werkbaardere | werkbaarste |
partitief | werkbaars | werkbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
werkbaar
- de mogelijkheid hebbend om mee te kunnen arbeiden
- Het was moeilijk om met deze vrouw een werkbare relatie te onderhouden.
- De werkomstandigheden in deze fabriek waren niet werkbaar.
Gangbaarheid
- Het woord werkbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'werkbaar' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.