werkbaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • werk·baar
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van naamwoord van handeling werken met het achtervoegsel -baar
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen werkbaarwerkbaarderwerkbaarst
verbogen werkbarewerkbaarderewerkbaarste
partitief werkbaarswerkbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

werkbaar

  1. de mogelijkheid hebbend om mee te kunnen arbeiden
    • Het was moeilijk om met deze vrouw een werkbare relatie te onderhouden. 
    • De werkomstandigheden in deze fabriek waren niet werkbaar. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord werkbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.