wegwerk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weg·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wegwerk wegwerken
verkleinwoord wegwerkje wegwerkjes

Zelfstandig naamwoord

wegwerk o [1]

  1. onderhoudswerkzaamheden aan een weg
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
wegwerken

wegwerk

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegwerken
    • ... dat ik wegwerk. 

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.