wegcode
Nederlands
Woordafbreking
- weg·co·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van weg zn en code zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wegcode | wegcodes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
wegcode m [1]
- verkeersreglement in België stammend uit 1975, "Reglement verkeersregels en verkeerstekens" uit 1990 is de Nederlandse variant
- 'De renners moeten een gedeelte van de wegcode blijven respecteren en op het wegdek blijven', zei hij op de Belgische televisie. 'De jury kan ook op basis van tv-beelden achteraf kaarten uitdelen. Dat kan dan een schorsing in de toekomst tot gevolg hebben.'[2]
- Op de weg reden DAF-wagentjes en 2CV-geitjes. En op het platteland paard en kar. Het waren andere tijden in 1975, toen de huidige Belgische “wegcode” werd ingevoerd. In België wordt daarom gepleit voor het herschrijven van de verkeersregels. Een versie die wél te begrijpen is.[3]
Gangbaarheid
- Het woord wegcode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wegcode' herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Volkskrant 10 april 2014
- NRC Marije Willems 13 augustus 2015
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.