weerspiegelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weer·spie·ge·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
weerspiegelen
weerspiegelde
weerspiegeld
zwak -d volledig

Werkwoord

weerspiegelen

  1. overgankelijk als beeld terugkaatsen
    • Het stille water van het meertje weerspiegelde de besneeuwde bergtoppen. 
  1. overgankelijk overdrachtelijk: een evenbeeld zijn van iets
    • Zijn latere werk weerspiegelde zijn eerdere ervaringen soms ongemerkt. 

Gangbaarheid

  • Het woord weerspiegelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.