weergaloos
Nederlands
Woordafbreking
- weer·ga·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | weergaloos | weergalozer | weergaloost |
verbogen | weergaloze | weergalozere | weergalooste |
partitief | weergaloos | weergalozers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
weergaloos
- zonder weerga
- Het was een weergaloos optreden dat de 70 jarige zangeres wist neer te zetten.
Gangbaarheid
- Het woord weergaloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'weergaloos' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.