weerbaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weer·baar
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van weren met het achtervoegsel -baar [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen weerbaarweerbaarderweerbaarst
verbogen weerbareweerbaardereweerbaarste
partitief weerbaarsweerbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

weerbaar [2]

  1. in staat tegenstand te bieden
Antoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord weerbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.