onweerbaar
Nederlands
Woordafbreking
- on·weer·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van Naamwoord van handeling van weren met het voorvoegsel on- en met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onweerbaar | onweerbaarder | onweerbaarst |
verbogen | onweerbare | onweerbaardere | onweerbaarste |
partitief | onweerbaars | onweerbaarders | - |
Afgeleide begrippen
- onweerbaarheid
Gangbaarheid
- Het woord 'onweerbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.