weelde
Nederlands
Woordafbreking
- weel·de
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘overdaad’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weelde | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
weelde v/m
- omstandigheden van overvloed waar men in leeft
- Aan het Franse hof heerste grote weelde, terwijl het volk hongerde.
Vertalingen
1. omstandigheden van overvloed waar men in leeft
Gangbaarheid
- Het woord weelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'weelde' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.