wedijver
Nederlands
Woordafbreking
- wed·ij·ver
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘rivaliteit’ voor het eerst aangetroffen in 1841 [1]
- samenstelling van wed en ijver [2]
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wedijveren |
wedijver
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wedijveren
- Ik wedijver.
- gebiedende wijs van wedijveren
- Wedijver!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wedijveren
- Wedijver je?
Gangbaarheid
- Het woord wedijver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wedijver' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.