wattage
Nederlands
Woordafbreking
- wat·ta·ge
Zelfstandig naamwoord
wattage v / o*
- (natuurkunde) vermogen uitgedrukt in de eenheid watt
- stroomverbruik van elektrische apparaten
- Timmermans wil dat Brussel zich niet langer bezighoudt met kleine zaken, zoals - inderdaad - de maximale wattage van stofzuigers; een voorbeeld dat hij veel en graag aanhaalt. [2]
- Ook het wattage dat een wielrenner trapt is van steeds groter gewicht. [4]
- We meten zowel het pure vermogen, de wattage, als de wattage die een renner per kilometer kan trappen, een waarde die bijvoorbeeld bijzonder hoog lag bij Louis Vervaeke. [5]
Opmerkingen
- Woorden op -age zijn meestal vrouwelijk, maar wellicht onder invloed van woorden als 'percentage' en 'voltage' wordt wattage tegenwoordig vaker als onzijdig woord gebruikt.
Gangbaarheid
- Het woord wattage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wattage' herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Hee, S. van der Wees geen schoolmeester: dit moet Timmermans vandaag wel/niet doen (7 oktober 2014) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-09-27
- Timmermans voert een strijd die gestreden moet worden (30 mei 2015) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-09-27
- Ook wattage telt in de Tour (12 juli 2007) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-09-27
- De Bock, W. Lotto Soudal: de winnende combinatie, het plan en de ploeg achter de renners (2016) Lannoo Meulenhoff, Tielt; ISBN 9789401438810; geraadpleegd 2017-09-27
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.