was wit
Nederlands
Woordafbreking
- was wit
Woordherkomst en -opbouw
- uit was (werkwoord) en wit (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
witwassen |
was (…) wit
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van witwassen
- Ik was wit.
- gebiedende wijs van witwassen
- Was wit!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van witwassen
- Was je wit?
Gangbaarheid
- Het woord was wit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.