warrelen
Nederlands
Woordafbreking
war·re·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zich door elkaar bewegen’ voor het eerst aangetroffen in 1660 [1]
- frequentatief gevormd uit warren met het achtervoegsel -el
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
warrelen |
warrelde |
gewarreld |
zwak -d | volledig |
Gangbaarheid
- Het woord warrelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'warrelen' herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.