waring

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·ring
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van het verouderde werkwoord waren met het achtervoegsel -ing [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord waring waringen
verkleinwoord warinkje warinkjes

Zelfstandig naamwoord

waring v / m [2] [3]

  1. (scheepvaart) planken van het gangboord
Afgeleide begrippen
  • gangwaring, legwaring, rijswaring, langswaring

Gangbaarheid

  • Het woord waring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
22 %van de Nederlanders;
20 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.