wapening
Nederlands
Woordafbreking
- wa·pe·ning
Zelfstandig naamwoord
wapening v [1]
- een netwerk van stalen stangen dat zorgt voor de treksterkte van een betonnen constructie
- Heeft het bedrijf van Erik Smit geconstateerd dat een brug dringend onderhoud nodig heeft, verdwijnt het rapport van Batec Betonrenovatie in een la. ,,Dat een wapening roest, is niet interessant. Totdat het mis gaat, natuurlijk. In het algemeen wordt onderhoud niet zo belangrijk gevonden. [2]
- In de week van 23 juli is gestart met wapening van de fundatiebalken en dan gaan geleidelijk de zwarte emmers weer uit beeld’, legt Leuninge uit. [3]
- De Van Rechteren Limpurgsingel blijft langer afgesloten dan gepland. De slechte staat van de stalen wapening onder de toplaag van de brug brengt onvoorziene werkzaamheden met zich mee. [4]
Verwante begrippen
- betonijzer
Afgeleide begrippen
- wapeningsstaal
Gangbaarheid
- Het woord wapening staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wapening' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia Carla van der Wal 15-08-18 Kan dit ook in ons land gebeuren?
- Tubantia Merle Heppenhuis 13-08-18 493 omgekeerde emmers bij ziekenhuis in Hardenberg
- Tubantia Jeroen de Kleine 28-09-18 Van Rechteren Limpurgsingel in Almelo langer dicht
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.