wapening

Nederlands

wapening
Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·pe·ning
Woordherkomst en -opbouw
  • naamwoord van handeling wapenen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord wapening wapeningen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

wapening v [1]

  1. een netwerk van stalen stangen dat zorgt voor de treksterkte van een betonnen constructie
    • Heeft het bedrijf van Erik Smit geconstateerd dat een brug dringend onderhoud nodig heeft, verdwijnt het rapport van Batec Betonrenovatie in een la. ,,Dat een wapening roest, is niet interessant. Totdat het mis gaat, natuurlijk. In het algemeen wordt onderhoud niet zo belangrijk gevonden. [2] 
    • In de week van 23 juli is gestart met wapening van de fundatiebalken en dan gaan geleidelijk de zwarte emmers weer uit beeld’, legt Leuninge uit. [3] 
    • De Van Rechteren Limpurgsingel blijft langer afgesloten dan gepland. De slechte staat van de stalen wapening onder de toplaag van de brug brengt onvoorziene werkzaamheden met zich mee. [4] 
Verwante begrippen
  • betonijzer
Afgeleide begrippen
  • wapeningsstaal
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord wapening staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.