walkman
![](../I/m/Walkman.jpg)
Een walkman.
Nederlands
Woordafbreking
- walk·man
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘cassetterecorder met koptelefoon’ voor het eerst aangetroffen in 1979 [1]
- Leenwoord van het Engelse walkman.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | walkman | walkmans |
verkleinwoord | walkmannetje | walkmannetjes |
Zelfstandig naamwoord
walkman m
- een draagbare radio en/of cd-speler met koptelefoon
- Hij loopt de hele dag met zo'n walkman op.
Vertalingen
1. een draagbare radio en/of CD-speler met koptelefoon
Gangbaarheid
- Het woord walkman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'walkman' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.