wachtengel
Nederlands
Woordafbreking
- wacht·en·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wacht en engel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wachtengel | wachtengelen |
verkleinwoord | wachtengeltje | wachtengeltjes |
Zelfstandig naamwoord
wachtengel m
- een hemels wezen dat je tegen onheil beschermt, engelbewaarder, beschermengel, bewaarengel
- Hij moet wel een heel goede wachtengel hebben gehad toen hij ongedeerd uit de geheel verkreukelde auto gehaald werd.
Gangbaarheid
- Het woord 'wachtengel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.