wachtende

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wach·ten·de
enkelvoud meervoud
naamwoord wachtende wachtenden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

wachtende v/m

  1. iemand die wacht
    • 'Er zijn twintig wachtendes voor u', hoorde de klant die de helpdesk opbelde. 

Werkwoord

vervoeging van
wachten

wachtende

  1. verbogen vorm van het onvoltooid deelwoord van wachten

Gangbaarheid

  • Het woord wachtende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.