vulstuk
Nederlands
Woordafbreking
- vul·stuk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vullen ww en stuk zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vulstuk | vulstukken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
vulstuk o [1]
- voorwerpen die een lege ruimte kunnen opvullen
- Het interieur is ingedeeld met voorin een grote rondzit die met vulstukken tot zonnebed kan worden omgetoverd. [2]
- Achterin de 588 zijn de hoge enkele bedden gesitueerd, toegankelijk met treden waarin kleine spullen kunnen worden opgeborgen. De twee slaapplekken tover je in een handomdraai om – met een vulstuk (optie) – tot een riante tweepersoons matras van twee bij twee meter. [3]
Gangbaarheid
- Het woord vulstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vulstuk' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- De Telegraaf 10 sep. 2015 Volgas zie je haar ware karakter
- De Telegraaf DICK WILLIAM HARINCK 12 sep. 2017 Succesnummer Hymer Exsis-i 588
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.