vrille
Nederlands
Woordafbreking
- vril·le
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tolvlucht’ voor het eerst aangetroffen in 1930 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vrille | vrilles |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
vrille v / m [3]
- (luchtvaart) situatie waarin een vliegtuig in overtrokken toestand verkeert en bewegingen uitvoert om alle drie zijn assen. Met andere woorden: het vliegtuig stampt, rolt en giert
Gangbaarheid
- Het woord vrille staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vrille' herkend door:
13 % | van de Nederlanders; |
13 % | van de Vlamingen. |
Frans
Zelfstandig naamwoord
vrille v
- «Andréa, elle me disait qu'elle n'aimait que les vrilles.»
- Andréa zei me dat ze alleen maar van lesbiennes hield. [1]
- «Andréa, elle me disait qu'elle n'aimait que les vrilles.»
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.