voorzitster

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·zit·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord voorzitster voorzitsters
verkleinwoord voorzitstertje voorzitstertjes

Zelfstandig naamwoord

voorzitster v

  1. (beroep) leidster van een organisatie.
Hyponiemen
  • fractievoorzitster, partijvoorzitster, vicevoorzitster

Gangbaarheid

  • Het woord voorzitster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.