voortduring
Nederlands
Woordafbreking
- voort·du·ring
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling voortduren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voortduring | voortduringen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
voortduring v [1]
- het voortbestaan; het blijven bestaan
- bij voortduring: steeds
- Volgens de jury weet McQueen „als filmmaker en videokunstenaar bij voortduring en op voortreffelijke wijze het universeel menselijke te belichten, vaak in situaties waarin mensen onderdrukt, onvrij en gekweld hun waardigheid bevechten en bewaren”.[2]
- Bij voortduring doen zich er aanslagen voor, niet alleen op burgers maar ook op politieagenten en militairen. In juli van dit jaar werden 23 militairen gedood bij een zelfmoordaanslag. Buiten de dunbevolkte Sinaï hebben radicale fundamentalisten ook bij herhaling koptische kerken aangevallen.[3]
Gangbaarheid
- Het woord voortduring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Sam de Voogt 7 september 2016
- NRC 25 november 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.