voorhanden
Nederlands
Woordafbreking
- voor·han·den
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘beschikbaar’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1560 [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | voorhanden |
verbogen | voorhanden (zijnde) |
Bijvoeglijk naamwoord
voorhanden
- beschikbaar, voorradig
Opmerkingen
- Meestal alleen predicatief gebruikt: dit is niet voorhanden.
- Attributief soms met zijnde: de voorhanden (zijnde) materialen.
Gangbaarheid
- Het woord voorhanden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'voorhanden' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.