voorgeleiden
Nederlands
Woordafbreking
- voor·ge·lei·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voor en geleiden ww
Werkwoord
voorgeleiden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voorgeleiden |
geleidde voor |
voorgeleid |
zwak -d | volledig |
- een verdachte voor de rechter laten komen in een rechtszitting
- De affaire kwam aan het licht doordat een zeventienjarige dochter, die qua postuur tien leek, erin slaagde te ontsnappen uit de vrijstaande woning in Perris. Ze klom uit een raam en alarmeerde de politie van Riverside County. Die trof zondag de afschuwwekkende taferelen in huize Turpin aan en arresteerde het ouderpaar. Dat zal donderdag ook voor het eerst worden voorgeleid.[1]
- Nadat de drugs uit de container waren gehaald werd deze uiteindelijk gelost bij een loods in Zevenbergen. Hier verschenen drie mannen. Ze werden door de politie gearresteerd. Later werd nog een vierde verdachte aangehouden. De verdachten, drie Nederlanders en een Griek, zitten vast. Drie van hen worden vrijdag voorgeleid.[2]
- een verdachte laten verhoren door de officier van justitie
Synoniemen
- arresteren, inrekenen, voorleiden
Afgeleide begrippen
- voorgeleiding
Gangbaarheid
- Het woord voorgeleiden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'voorgeleiden' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- de Telegraaf 18 jan. 2018
- de Telegraaf 17 jan. 2018
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.