voorbereid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·be·reid
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorbereiden

voorbereid

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbereiden
    • ... dat ik voorbereid. 
  2. voltooid deelwoord van voorbereiden
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord voorbereid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.